Ongeveer 1 op de 5 mensen met kanker heeft last van cognitieve problemen, zoals concentratie- of geheugenproblemen. Deze klachten verminderen of verdwijnen vaak na een tijd: slechts een kleine groep krijgt hier langdurig mee te maken. Chemotherapie wordt regelmatig genoemd als een mogelijke oorzaak. Daarom worden de klachten gebundeld onder de term ‘chemobrein’. Maar wat houdt dit precies in? Wij leggen je het uit.
De term chemobrein is tientallen jaren geleden ontstaan in Amerika en is sindsdien overgewaaid naar ons land. Kort gezegd betekent de term chemobrein: cognitieve problemen die (ex-)kankerpatiënten ervaren, mogelijk als gevolg van chemotherapie. Dit betekent dat het brein van iemand met of na kanker niet meer zo goed functioneert als vóór de behandeling. Het chemobrein kent verschillende ‘symptomen’, zoals geheugen- en concentratieproblemen. Maar ook extra gevoeligheid voor prikkels in de omgeving, verlaagde stressbestendigheid, moeilijk kunnen omgaan met tijdsdruk en snel vermoeid zijn. Het chemobrein wordt verder toegelicht in deze video.
Onderzoek naar oorzaken
Onderzoek naar het chemobrein is al jaren in volle gang, maar het blijkt lastig om de oorzaak en eventuele behandeling vast te stellen. Mogelijke oorzaken voor het chemobrein zijn de behandelingen, vermoeidheid en hormonale veranderingen. Maar ook angst, stress en depressie worden genoemd. De precieze oorzaak blijft tot op heden onduidelijk, maar het onderzoek gaat gestaag door.
Doorbraak
Zo doet neuropsycholoog Sanne Schagen van het Antoni van Leeuwenhoek al jaren onderzoek naar het chemobrein. Met behulp van MRI-technieken en cognitieve tests is bij twee verschillende groepen patiënten de hersenactiviteit gemeten: de ene groep kreeg na een operatie aanvullend chemotherapie en bestraling, de andere groep alleen bestraling. Wat blijkt? Patiënten die naast bestraling ook chemotherapie kregen scoorden aanzienlijk slechter. Zo was er bij deze groep minder activiteit te zien in de prefrontale cortex en de pariëtale kwab, de gebieden die betrekking hebben op beslissingen nemen, plannen, impulsen en ruimtelijk inzicht.
Wat viel nog meer op? De klachten en meetbare effecten op het brein houden lang aan. Schagen: ‘De bloed-hersenbarrière beschermt het brein tot op zekere hoogte tegen dergelijke kankerbehandelingen. Toch begint het in toenemende mate duidelijk te worden dat vele chemotherapeutica via directe of indirecte mechanismen het brein beïnvloeden.’
Je leest meer over het onderzoek op de website van NEMO Kennislink.
Wat kun je zelf doen?
Cognitieve klachten gaan vaak gepaard met andere problemen, zoals stress of depressie. Door deze problemen zelf of met professionele hulp van een zorgverlener aan te pakken, kunnen je cognitieve klachten afnemen. Als je veel last hebt van een chemobrein is het verstandig om je huisarts of behandeld arts te raadplegen.